Het kantoor heeft al ruim 20 jaar ervaring in het arbeidsrecht!
Een van de mogelijkheden om de arbeidsovereenkomst te beëindigen is ontbinding via de kantonrechter. Deze ontbindingsprocedure bij de kantonrechter wordt soms ook toegepast als back-up voor een andere beëindiging: te weten het ontslag op staande voet. Mocht de arbeidsovereenkomst dan nog niet zijn beëindigd door het ontslag op staande voet dan wordt zekerheidshalve een ontbindingsverzoek bij de kantonrechter ingediend. De kantonrechter kan dan:
- òf bevestigen dat de arbeidsovereenkomst al is beëindigd door het ontslag op staande voet;
- òf spreekt op het extra ingediende verzoek de ontbinding uit van de arbeidsovereenkomst.
Het ontbindingsverzoek kan zowel door de werkgever als door de werknemer alleen schriftelijk worden ingediend bij de kantonrechter, maar wordt meestal door de werkgever ingediend.
De rechtbank (kantonrechter) zal het ontbindingsverzoek binnen enkele dagen doorsturen aan de tegenpartij (dat is dus meestal de werknemer) met het verzoek aan deze partij om door middel van een verweerschrift te reageren. In het algemeen krijgt de verwerende partij hier enkele weken de tijd voor.
Een werknemer zal meestal in het verweerschrift aangeven dat hij het niet eens is met de aangevoerde ontslaggrond(en). Vaak vraagt de werknemer aan de kantonrechter om het verzoekschrift van de werkgever af te wijzen. Toch staat er in het verweerschrift bijna altijd wel een passage waarin de rechter gevraagd wordt om een bepaalde ontslagvergoeding (bereken hier de hoogte van de ontslagvergoeding / gouden handdruk) vast te stellen in het geval de rechter toch besluit om het arbeidscontract te ontbinden. In de praktijk wordt een ontslagverzoek namelijk veel vaker toe- dan afgewezen.
De rechtbank zal vervolgens een datum bepalen waarop een zitting zal plaatsvinden. Deze zitting wordt ook wel mondelinge behandeling (comparitie van partijen) genoemd.
Advocaat mr. Maton kan enerzijds of de werkgever of anderzijds de werknemer bijstaan in het opstellen van of het ontbindingsverzoek of het verweerschrift.
Mondelinge fase
Ongeveer vier tot zes weken nadat het verzoekschrift tot ontbinding is ingediend, zal de rechtbank een zitting (mondelinge behandeling ook wel comparitie van partijen genoemd) bepalen. Dit betekent dat beide partijen, vaak vergezeld van hun advocaten, bij de kantonrechter worden uitgenodigd. Beide partijen krijgen dan de gelegenheid om hun standpunten nog eens mondeling toe te lichten en te reageren op de argumenten van de andere partij.
Hoewel elke kantonrechter zelf het verloop van deze mondelinge behandeling bepaalt, ziet dit verloop er vaak als volgt uit.
Overigens wordt door de kantonrechter de mondelinge behandeling of comparitie van partijen overgeslagen bij een zogenaamde geregelde ontbinding. Werkgever en werknemer hebben in dat geval bij het ontbindingsverzoek gezamenlijk aangegeven het al met elkaar eens te zijn. Dit wordt ook wel een formele ontbinding genoemd en is puur bedoeld om de werkelijke reden of de termijn van beëindiging te verdoezelen voor de uitkerende instantie (UWV) ten voordele van (een eerdere ingangsdatum van) de WW-uitkering van de werknemer. U leest daarover meer onder het kopje Vaststellingsovereenkomst van onze website.
Het verloop van de comparitie van partijen
Eerst krijgt de advocaat van de verzoekende partij (meestal de werkgever) het woord om het verzoekschrift verder toe te lichten en te reageren op het verweerschrift van de werknemer. Het komt regelmatig voor dat de advocaat nog een aanvullende pleitnota heeft opgesteld die wordt voorgelezen.
Daarna is het woord aan de advocaat van de verwerende partij (meestal de werknemer). Ook die zal proberen zijn of haar eigen argumenten nog eens te benadrukken en de kantonrechter te overtuigen van het gelijk van de werknemer.
Nadat beide advocaten het woord hebben gehad, zal de kantonrechter vaak nog een aantal vragen hebben. De rechter kan deze vragen ook rechtstreeks aan de werkgever of de werknemer stellen.
De gang op
Het komt regelmatig voor dat de kantonrechter beide partijen vervolgens letterlijk de gang op stuurt en hen de opdracht meegeeft om toch vooral te proberen tot een schikking te komen. De rechter zal in dat geval meestal wel aangeven hoe hij of zij tegen de zaak aankijkt. Als partijen het op de gang eens worden, dan wordt de rechter vervolgens geïnformeerd dat hij geen uitspraak meer hoeft te doen en dat de zaak daarmee afgewikkeld is. Komen partijen op de gang niet tot een vergelijk, dan wordt de zitting meestal voortgezet.
De beschikking
De rechter zal na enkele slotvragen de zitting meestal sluiten. Het is gebruikelijk dat de werknemer daarbij nog het laatste woord krijgt. Vervolgens zal de rechter aangeven dat hij over enkele weken een schriftelijke uitspraak zal doen. Deze uitspraak, officieel beschikking genoemd, wordt door de rechtbank aan de juridische adviseurs van beide partijen gestuurd.
In deze beschikking staat dan vermeld of de arbeidsovereenkomst ontbonden wordt en zo ja, per wanneer. Ook zal bij een ontbinding van de arbeidsovereenkomst worden aangegeven of de werknemer recht heeft op een ontslagvergoeding (gouden handdruk) en zo ja, hoe hoog (bereken hier de hoogte) deze ontslagvergoeding is.
Geen hoger beroep tegen ontslagbesluit
Tegen deze beschikking kan geen hoger beroep worden ingesteld. Als de rechter besluit om de werknemer een ontslagvergoeding toe te kennen, zal de werkgever nog wel de gelegenheid krijgen om het ontslagverzoek alsnog in te trekken. Een werkgever kan van deze bevoegdheid gebruik maken als hij de ontslagvergoeding te hoog vindt. In dat geval zal de arbeidsovereenkomst met de werknemer uiteraard wel in stand blijven. De rechter bepaalt in de beschikking hoeveel tijd de werkgever heeft om zijn ontslagverzoek eventueel nog in te trekken. Meestal bedraagt deze termijn slechts enkele dagen.